Hoe u de aansprakelijkheid jegens een verbonden bedrijfsentiteit kunt bewijzen als er de bedoeling is om klanten te bedriegen

Is het mogelijk om de aansprakelijkheid jegens een verbonden bedrijfsentiteit te bewijzen als er de bedoeling is om klanten te bedriegen?

Het ontdekken van frauduleuze activiteiten waarbij meerdere verbonden bedrijven betrokken zijn, kan alarmerend en complex zijn. Wanneer dergelijk bedrog gevolgen heeft voor klanten, wordt het bewijzen van aansprakelijkheid tussen bedrijfsentiteiten een cruciale maar uitdagende taak. Dit bericht onderzoekt hoe slachtoffers en hun wettelijke vertegenwoordigers door deze wateren kunnen navigeren en mogelijk gerelateerde bedrijven aansprakelijk kunnen stellen.

Bedrijfssluier en fraude begrijpen

Doorgaans worden bedrijven behandeld als afzonderlijke juridische entiteiten, een concept dat bekend staat als de ‘bedrijfssluier’. Dit principe beschermt aandeelhouders en aangesloten bedrijven tegen aansprakelijkheid voor de schulden of aansprakelijkheden van een bedrijf. Deze bescherming kan echter worden doorbroken als blijkt dat een bedrijf een façade is voor frauduleuze activiteiten.

Juridische strategieën om gerelateerde bedrijven te verbinden en aansprakelijk te stellen

1. Door de bedrijfssluier prikken: Deze juridische actie houdt in dat moet worden bewezen dat de bedrijfsstructuur slechts een façade was voor het plegen van fraude. Als kan worden aangetoond dat de scheiding van entiteiten niet werd gehandhaafd – door vermenging van activa, identieke raden van bestuur die beide bedrijven besturen, of de ene handelde onder de volledige controle van de andere – zouden rechtbanken crediteuren kunnen toestaan achter de moeder- of zusterbedrijven aan te gaan.

2. Constructieve fraudeclaims: Hierbij moet worden bewezen dat transacties tussen bedrijven zijn uitgevoerd zonder dat er voldoende waarde voor werd teruggekregen, vooral wanneer dergelijke transacties plaatsvinden op een moment dat de insolventie van het debiteurbedrijf dichtbij ligt. Dit wordt vaak gebruikt om transacties aan te vechten die bedoeld zijn om activa over te hevelen naar verbonden entiteiten.

3. Feitelijke fraudeclaims: Het aantonen van daadwerkelijke bedoelingen om te frauderen houdt in dat wordt bewezen dat transacties tussen verbonden entiteiten zijn uitgevoerd met de doelbewuste bedoeling om crediteuren te misleiden of om financiële verplichtingen te ontlopen. Bewijs, zoals interne communicatie, dat een dergelijke intentie suggereert, kan van cruciaal belang zijn.

Vorig bericht
Wat moet ik doen als ik een vordering heb tijdens een liquidatie, maar het bedrijf geen activa heeft?
Volgend bericht
Liquidatie begrijpen: wat het betekent voor uw claims tegen Silverpoint
Plan vandaag nog uw gratis en vrijblijvend adviesgesprek! Plan uw gratis adviesgesprek Boek nu